Vertalingen jeter dehors FR>NL
jeter dehors (ww.) | aan de dijk zetten (ww.) ; afdanken (ww.) ; afvloeien (ww.) ; congé geven (ww.) ; eruit gooien (ww.) ; uitgooien (ww.) ; uitwerpen (ww.) ; van zijn positie verdrijven (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `jeter dehors`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: mettre au rancart